Overbrengingsverhouding
aantal kammen |
aantal kammen/staven |
versnelling |
bovenwiel |
59 |
bovenbonkelaar |
29 |
2,035 |
spoorwiel |
56 |
schijfwiel (west)
schijfwiel (oost) |
45
37 |
1,244
1,513 |
onderbonkelaar (west) |
46 |
waterwiel |
41 |
1,122 |
onderbonkelaar (oost) |
39 |
waterwiel * |
41 |
0,951 |
De totale versnelling van de houten schroef ten opzichte van de bovenas bedraagt 1:3,1. Dit betekent dat de schroef ruim 3 keer rond geweest is als de wieken 1 keer rond zijn gegaan.
De totale versnelling van de ijzeren schroef ten opzichte van de bovenas bedraagt 1:3,0. Dit betekent dat de schroef 3 keer rond geweest is als de wieken 1 keer rond zijn gegaan.
De molen wordt gestopt m.b.v. een Vlaamse vang (+vangbalk en vangstok+ketting). De vang bestaat uit een aantal wilgenhouten blokken rond het bovenwiel, dat als een soort trommelrem fungeert.
*) Dit waterwiel kan ook worden aangedreven door een hydro-elektrische installatie. De hydromotor is gekoppeld aan een klein, zogenoemd, varkenswiel met 18 kammen. De vijzel kan zo traploos worden ingeschakeld tot maximaal 60 toeren per minuut.
|